Ook dit jaar zijn we met een groep van maar liefst 90 Slopers afgereisd naar de bakermat van de survivalsport: Beltrum! En wat een run was het. Arjan de Kater en Ivo Frints hebben beide een verslag geschreven over hun ervaring in Beltrum: Arjan over de lange afstand en Ivo over de korte. Lees ze hieronder!
Arjan op de 21 km:
Op 7 januari om zes uur al op die fiets om op tijd bij de bus te zijn, en dan om half zeven begint de tocht naar Beltrum. In Beltrum op de foto, shirt ophalen, en daarna was het al tijd voor een warming up. Bij het lopen van de groepsrun was het altijd nog uren wachten voordat het tijd was om te starten.
Ik startte gezellig samen met een hoop andere Slopers en begon rustig aan: er was immers nog een lange weg voor de boeg. Na de eerste slootjes begon het toch wel koud te worden, dus dan maar wat harder gaan rennen om warm te blijven.
Na de splitsing was er een apenhang onder een brug. Het touw zakte verder door dan ik had verwacht, waardoor de achterkant van mijn thermoshirt nat werd en de rest van de run nog wat kouder werd. Een tijdje later kwam ik aan bij de mega waterster combi, die minder moeilijk was dan verwacht. Bij deze combi kwam ik Stefan en Mark tegen, die tot dat moment samen hadden gelopen. Mark bleef nog een tijdje voor me lopen terwijl we over of door nog meer slootjes gingen. Een paar hindernissen later haalde ik hem in toen we bij een volgende lading slootjes waren.
De run ging verder met meer hindernissen, meer slootjes en modderige, onder water staande velden, tot ik bij het hakken aan kwam. Dat hakken ging best soepel en duurde niet lang. Na het hakken was het tijd voor het laatste laantje hindernissen, waar mijn knijpkracht toch wel echt op begon te raken.
Toen ik de eindcombi door was en was gefinisht, kon ik nog wat bouillon drinken en wat cake eten. En daarna toekijken terwijl andere Slopers bij de finish aankomen. Na met de bus terug gereden te zijn naar Delft, hebben we met een groep nog samen avond gegeten om de dag af te sluiten.
Note van de MC: Arjan heeft de run zo snel gelopen dat er haast geen foto’s van hem zijn.
Ivo op de 13,5 km:
Het was de eerste zondag van 2018. De klok had nog geen 06:30 geslagen, maar op de parkeerplaats voor S&C was wel degelijk wat te doen. In deze vroege ochtend waren namelijk ± 65 Slopers te tellen die elk eigenlijk nog wel een bakje koffie konden gebruiken.
Maar waarom?
Voor de Beltrum natuurlijk!! Voor de survivalsporters is deze run namelijk cultureel erfgoed. Deze run is namelijk (mede)verantwoordelijk voor het uitbloeien van de survivalrun sport zoals wij deze bij Slopend beoefenen. Zo zou elk actief lid van Slopend deze run eens meegemaakt moeten hebben, of zo werd dit mij, in het kleine jaartje dat ik nu lid ben, meegegeven in alle waanzinnige en spectaculaire verhalen die over deze geweldige run de rondte gingen. En dit waren niet de minste verhalen, van de onmogelijke “korte touwtjes” en de gigantische “bok” tot de ijzige kou, de bevroren velden en de gezellige busrit erheen … kortom, I was sold.
Dit jaar deden er ook weer een geweldig aantal slopers mee: het gros in groepsverband voor de 4-man Middellange Survival Run, maar ook genoeg helden die solo of in duo-verband de Lange Survival Run aandurfden. Zo vertrok de goed gevulde bus in deze vroegte om de Slopend delegatie op tijd voor de eerste starttijden daar te krijgen.
Mijn team, bestaande uit mede-commissieleden van de Slopend activiteiten commissie, namelijk: Jeroen, Rik en Walter, was van plan om dit varkentje eens te gaan wassen, nog niet op de hoogte van het feit dat het zijn van AC’e(r)s zou helpen bij deze run.
Na in de start/finish hal al meerdere Slopers te hebben aangemoedigd, was ons team ook compleet (iets met wekker, vroeg en het hele land door moeten met het ov …). Niet veel later stonden we in ons strijduniform, bestaande uit: tight, (buff,) shirt en thermo, klaar voor de run te wachten tot onze startnummers geroepen werden.
Ons team suprême: “De Slopend Aces”, vastgelegd door Jorgis
We liepen mee in de voorlaatste startgroep van de Beltrum, met twee andere Slopend teams in het startvak klaar om te gaan knallen. We hoorden “3-2-1, start!!” en we waren los, blij dat we na al het wachten eindelijk mochten beginnen. De eerste hindernissen kwamen al snel op ons pad. Swingovers links, borstwaarstommetjes rechts en alles ertussenin. Bij onze ruige sport zit het gevaar soms in de kleinste hoekjes, … of mazen: tijdens een apenhang-net-apenhang combi kreeg een teamgenoot, terwijl hij onder het net klom, de hak van een andere deelnemer tegen zijn hoofd, waardoor deze tegen een paal werd geknald. We zagen het vanaf de andere kant van de hindernis gebeuren en waren machteloos … Walter, als de bikkel die hij is, wist zich gelukkig te herpakken, en we waren weer los. De hindernissen gingen ons goed af, het ren tempo kan altijd hoger, maar we mochten niet klagen.
We waren op de hoogte van een aantal pittige obstakels die op ons pad lagen, en al snel kwamen we de eerste tegen: “de doorwading”. Na een stuk te hebben gevaren in een kano, waar je verstandig droog probeert te blijven, warm water was het namelijk niet, volgden we de linten tot deze letterlijk ophielden aan de waterkant. Met enkel een gespannen lijntje om vast te houden mochten we met het heerlijke water tot boven ons middel een stukje over de waterbodem wandelen. De eigenschap “doorzetten” was geen overbodige luxe, maar het was toch ook echt het heerlijke zonnetje wat de doop een stuk aangenamer maakte. Verder was het doorgaan, hindernis na hindernis, zelfs de beruchte korte touwtjes verliepen vlekkeloos. Ook geweldig om te zien was de Slopend support delegatie; toppers die langs het parcours meegingen om alles vast te leggen, snacks, warme drank en morele steun te verlenen aan de Slopers.
Halverwege de afstand lag de “bok”, een prachtige vierdubbele wateroversteek met een wirwar van mooie hindernissen, met de eeuwige vraag; “Wie o wie maakt nader kennis met het wateroppervlak?” Gelukkig is die vraag naar mijn weten onbeantwoord gebleven.
Op de tweede helft van het parcours, waar de geruchten de rondte deden dat de water onderdelen achter de rug waren, bleek dit al snel en zeer bruut ontkracht te worden door niet één, niet twee, maar makkelijk een tiental doorwadingen. Deze allen in de schaduw van de bladerloze bebossing, wat opwarmen onmogelijk maakte. De eerdere langere wandeltocht over de waterbodem was hier niets bij. Ditmaal, terwijl er steeds minder gevoel in de tenen kwam, was er voor ons toch nog een onuitputbaar middel wat ons warm hield, namelijk een specifieke gedachte.
Een gedachte aan de prachtig avond die er aan ging komen. Een avond in januari waar zomerse strandkleding geen overbodige luxe was, palmbomen geen raar gezicht zijn, een avond waar het kwik makkelijk op 30°C plus zou staan en er van een overvloed aan cocktails en snacks genoten kon worden, namelijk: de AC Original “Ibiza borrel”, één van de maandelijkse Slopend borrels van epische proporties, en ja, ze zijn er iedere maand, mis ze niet!! (Schaamteloze zelfpromotie, check)
Met deze en andere mooie gedachtes wisten we de kou toch achter ons te laten en door te knallen. Onderweg werd al gepraat over de “strafrondes” die bij het missen van het boogschut doel gelopen moesten worden. Na interesse in het schieten aangegeven te hebben werd deze taak en verantwoordelijkheid vrij snel naar mij gedelegeerd. We kwamen uiteindelijk aan bij het schieten, ik nam de boog, plaatste de pijl, mikte, schoot … roos! Ik draaide me om naar m’n AC broeders, enkel om ze knus naast elkaar te zien staan rond het aanwezige kampvuurtje … maar één ding was zeker, de strafronden waren niet voor ons. En met het signaal dat we enkel nog een klein half uur hadden tot 4 uur, de sluiting van de eindhindernis, waren we weer door.
In een race tegen de klok, het nadeel van een late starttijd, knalden we langs de laatste hindernissen, waar de vermoeiing van de armen een rol begon te spelen. De hindernissen lukten nog, maar niet op originele kracht en intensiteit, waardoor de, al extra kostbare, tijd langzaam wegtikte.
Bij het “daknet”, met de Beltrumse kerk, de start en finish, op steenworp afstand met de kerkklok duidelijk zichtbaar was de realisatie nabij. In de paar minuten die we nog hadden tot de kerkklokken vier maal zouden slaan was het onmogelijk om het daknet af te maken, de stam te hakken en de eindhindernis aan te tikken. Verslagen door onze late starttijd gaven we ons over aan de realisatie, dat we enkel een mooi ijkpunt voor de Beltrum 2019 hadden gelegd bij het daknet, en stonden ons bandje met dubbel gevoel af, met de zoet bittere nasmaak dat een startgroep 15 minuten eerder ons wel in de game had kunnen houden. We liepen langs de boomstammen, namen er één mee met de gedachte deze wel nog te hakken, maar bij aankomst bij het hakblok naast de container werden de bijlen al opgeruimd, de deadline was gepasseerd en de finish niet gehaald.
Verslagen, half onderkoeld, maar voldaan maakten we onze weg richting de heerlijke hottubs, waar voor het eerst sinds de eerste doorwading het gevoel in de tenen weer terugkwam, heerlijk.
De run was gerend, en het smaakte naar meer.
Over smaak gesproken, natuurlijk werd de dag na de busrit terug geëindigd met het Slopend stijl kapsal.. *pizza-pact.
Overal een geslaagde Beltrum!