De meeste stukken in het interview hebben geen duidelijke verteller. Op sommige momenten was er slechts een aan het woord, maar vaak werden er heen en weer herinneringen opgehaald en elkaar aangevuld.
Hoe kwam je op het idee om een buitensportvereniging op te zetten?
Frank: “Toen ik 10-12 jaar was en in Grootebroek op atletiek zat werd er een touwbaan naast de atletiekbaan gebouwd. Daar werd ik een van de eerste leden en liep ook in het junior survival circuit. Met studeren ben ik in Eindhoven begonnen, zag All-terrain en ben eigenlijk meteen lid geworden. Al snel een buitensport weekend georganiseerd in Grootebroek en vervolgens werd ik gevraagd voor bestuur en ben ik voorzitter geworden. Eindhoven bleek echter niet mijn plek te zijn en dus de overstap naar Delft gemaakt. Hier het eerste jaar hard gestudeerd en in de zomer met een maat een trip naar Scandinavië gemaakt. Beetje nagedacht over wat ik met het leven wilde en ik miste de buitensport wel. In Delft had ik wel wat rondgekeken, maar niet iets gevonden wat me trok. Na de trip wilde ik de buitensport weer oppakken in Delft.”
Is de combi van survivalrun met buitensport essentieel?
Frank: “Ja, alleen survival zoals in Grootebroek vond ik toch wat magertjes. Met de buitensport krijg je toch meer binding met elkaar en een goede groepsdynamiek. Toen Koen erbij kwam merkte ik ook meteen de knopen kennis en ik pas het in mijn dagelijkse leven toe. Ski’s die je makkelijk aan elkaar bindt en thuis hebben we van takken planken in een kast die makkelijk aan elkaar zijn geknoopt.
Mijn vader en oom zitten nog in Grootebroek en wanneer ik vertel over Slopend vinden ze dat zij zulk soort dingen ook meer zouden moeten doen.”
Is het buitensport aspect genoeg vertegenwoordigd bij Slopend?
Frank: “Ja, er zijn cursussen voor buitensport al had ik graag gezien dat het echt takken waren geworden van de vereniging. De weekenden die worden gehouden bij Slopend zijn ook echt belangrijk.”
Hoe zijn jullie in contact gekomen met elkaar?
Frank: “We hadden touwen verzameld voor hindernissen en met flyers en posters waren we animo aan het peilen onder de studenten. De avond voordat we de hindernissen wilde bouwen belde Koen op en was duidelijk: hij wilde meedoen.”
Kim: “Ik zocht wat avontuurlijk en zag een poster bij de UB en stuurde een mailtje. Is wel leuk om hem een keer op te zoeken.”
Koen: “Ja, was iets als [Ik ben Kim, man].”
Hoe ontstond vanuit dit de vereniging?
Frank: “Met Koen en Kim was het eigenlijk meteen al duidelijk. We hebben geloof ik een gesprek gehad. Aart en Herman waren ook actief, maar ze vertrokken al gauw naar Amsterdam en Groningen.”
We waren in contact met het sportcentrum, hadden al gepeild dat er animo was en kwamen bij de juiste mensen terecht. Aan het begin duurde het het een tijdje doordat we onszelf eerst moesten bewijzen en zorgen dat we aansloten op de visie van het sportcentrum. We hebben een goede band met het sportcentrum opgebouwd en de sterke samenwerking heeft veel mogelijk gemaakt zoals de baan. Hiervoor hebben we echt gekeken naar een baan die ook in de toekomst goed was. Anders waren we geëindigd met een baan van hoogspanningsmasten zoals in eerdere plannen die nooit door de keuring zou zijn gekomen. Het praatje en het kostenplaatje klopte en de baan is er gekomen.
Frank en Koen hadden wel echt een andere manier van werken. Koen kwam met hele uitgedachte ideeën met goede redeneringen en Frank ging meer om dingen heen. Beide plannen zouden werken, maar een middenweg niet. Om Kim als 3e mening te hebben in het bestuur was dan ook wel echt fijn.
Slopers studeren af, komen op plekken te wonen waar misschien geen survival- of buitensportvereniging is. Wat zou je hun als advies geven wanneer ze zelf een vereniging willen starten.
Touwen ophangen en gaan. Je kan wel lang nadenken, maar je kan beter gewoon beginnen. Hier in Delft merkte je ook dat de meeste motivatie bij mensen kwam toen de touwen er waren. Het is ook belangrijk dat je je laat zien. Met Slopend liepen we al over de campus met stammen en touwen en organiseerde soms activiteiten voor verenigingen. We gingen soms trainen puur voor promotiemateriaal bij de de eerste OWee hadden we nog geen leden, Friso is toen het eerste lid geworden. Werkacties deden we ook al, deze moesten we zelf doen, want we hadden geen leden.
Het is belangrijk dat andere verenigingen weten wat je doet en ze kregen wel respect. We moesten wel de drempel verlagen, want sommigen vonden het te eng en gingen eerst drie maanden de fitness in voordat ze bij Slopend durfde aan te kloppen. Het is belangrijk dat iedereen op zijn/haar niveau kan meedoen, dat maakt de vereniging.
Is er iets dat Slopers moeten weten?
Frank: “Ik weet niet hoe het bij Slopend is, maar merk wel in de algehele survivalwereld dat er soms bij een run al bij de eerste s.o. een bandje wordt ingeleverd. Men zet niet meer zo door en zoekt de eigen grenzen niet meer zo op. Kim probeerde dit jaar in Beltrum bijvoorbeeld 14x de triangels. Uiteindelijk gehaald en niet wetende dat als je ergens in de combi eruit viel je opnieuw moest beginnen sprong hij te enthousiast de stammetjes in. Alsnog 2x de triangels geprobeerd, maar helaas niet meer gehaald. Dat is hoe het hoort, doorzetten en niet meteen opgeven.
Koen: “Het is bij Slopend veel professioneler geworden, maar de lol en triple biertjes moeten niet vergeten worden.”
Kim: “Drank moet op de paklijst. Mensen gaan er maar vanuit dat anderen wat meenemen. Ik merk ook wel dat ik makkelijker ben geworden met dingen en het ook makkelijker kan loslaten.”
Koen: “Ja, merk ik ook, je wordt flexibeler en mentaal helpt het je.”
Frank: “Ja, ik heb hetzelfde.”
Hebben jullie nog wensen of dromen voor Slopend?
Koen: “een privé bos met accommodatie in de Ardennen.”
Frank: “een stuk grond zou mooi zijn, maar óók wat in Nederland zodat je niet meteen ver weg hoef.”
Kim: “een eigen biertap.”
De standaard vraag: wat is jullie favoriete hindernis?
Frank: “een tarzanswing boven het water waarbij je heel laag moet zitten, heel hard moet zwaaien, goed je gewicht moet verplaatsen en dan net het volgende touw kan pakken.”
Kim: “Alle makkelijke hindernissen zijn leuk, zou hier 2 uur met je over kunnen praten. En alle moeilijke hindernissen zijn kut.”
Koen: “Wanneer je een hindernis niet puur op kracht kan doen, maar ook je klimvaardigheden moet gebruiken. De nieuwe swingover in het bosdeel waarbij je een balk heb met daarboven nog twee balken is een goed voorbeeld.”
Zelf heb ik te veel vanuit de survivalkant gedacht en Frank vindt dat ook het leukste van weekenden erin moet.
Koen: “Bivak bouwen, de kleine jongen komt dan naar boven.”
Frank: “Het is meer met de weken, maar het samenwerken. Plannen mogen best extreem, je maakt samen tegenslagen mee en je lijdt samen, maar je weet ook dat je straks weer lekker bij een vuurtje zit.”
Kim: “Fikkie steken.”