Reisverslag Écrins

Frankrijk Nationaal park Écrins

24-7-2017 tot 6-8-2017

Verslag door Jan van Willigen

Voorbereiding

Het idee kwam van Dorien, haar ouders hebben een vakantie huisje in Bassey, Frankrijk (dichtbij Bourg d’Oisans). Zij kent het gebied dan ook goed en had daarom Slopers uitgenodigd voor een vakantie om te gaan klimmen. Dorien kende echter ook een mooie wandeltocht die zij zelf nooit had gelopen en graag wilde doen, het vakantieplan werd gewijzigd naar een 8 tot 10 daagse tocht in National Parc des Écrins, op GR 54 De Tours de l’Oisans.

We hadden drie vergaderingen om de route uit te stippelen, besluiten wat te doen met eten en gear te verdelen. Omdat de route langs enkele kleine dorpen liep was er besloten om gewoon houdbare etenswaren uit Nederland mee te nemen (vanwege de hoge prijs in de Franse Alpen) en verse groentes daar te kopen en te koken bij de tenten.

Reisverslag

24-7-2017 – Dag -2

8:00 Maikel, Berend en ik (Jan) vertrekken met de auto vanaf de X-ray, de reis verloopt behoorlijk soepel maar in Luxemburg hebben we bijna een uur stilgestaan bij een tankstation. De route was grotendeels hetzelfde als naar het Vercors Plateau van afgelopen winterweek, vanaf Grenoble werd het landschap dan ook aangenaam herkenbaar met prachtige bergstructuren waar je tussendoor rijd.

Na twaalf uur kwamen wij aan bij onze bestemming, het huis van Dorien, Lars was hier al eerder heengekomen met het vliegtuig. In het huis ontmoeten wij Doriens Moeder (Mary) en haar zus Paula. Omdat het huisje op het moment een beetje vol is, is ons slaapvertrek in de stal die bij het vakantiehuisje staat.

Dag -1

Vandaag is het wachten op Schelte, hij komt liftend onze kant op vanaf zijn andere vakantie in Zwitserland. Bij zonsopgang zagen wij op wat voor prachtlocatie wij eigenlijk zaten, in een geweldig klein dorpje omringt door bergen. Om de omgeving te verkennen maakte we een wandeling naar een dorpje liggend op de berg naast ons, om alvast onze spieren los te maken en om te laten zien hoeveel hoogte meters er op ons te wachten staan. Na de lunch was tot onze verbazing Schelte al in het dorp.

Dag nul

De groep is compleet! Ik, Lars, Dorien, Berend, Maikel en Schelte. We vertrekken morgen, vandaag is het nog eventjes spullen verdelen zoals tenten, branders, eten, en uitrusten. Ook wordt de planning van de dagen nog een laatste keer besproken, omdat Dorien ook niet goed weet hoe zwaar het wordt.

Omdat Schelte makkelijker kon liften dan we hadden verwacht was deze dag speling, daarom gingen we nog koekjes baken en klusjes voor doen voor de moeder van Dorien, gewoon huishoudelijke klusjes. Omgevallen bomen weghakken/verslepen en een wespennest verdrijven met vuur.

Dag 1

Dag van vertrek! Alles staat klaar maar we komen maar niet weg, Dorien voelt zich namelijk niet goed. Uiteindelijk wordt een besluit genomen om zonder Dorien te vertrekken, zij en Lars zullen dan aan het eind van de dag gedropt worden op de locatie waar we zullen slapen, dit is nog wel te bereiken met de auto.
Na afgezet te worden op Pied du Col, beginnen we aan de Tour de l’Oisans des les Écrins. Al voor de lunch is mijn 2 Liter Camelbak leeg, wij zijn namelijk een beetje aan het zweten door het maken van 600 hoogte meters met backpack. We komen erachter dat het een mooie tocht is die ook veel wordt bezocht door Franse wandelaars, zij maken hier dagtochten omdat het nog een goed te bereiken plek is. Ook zijn er trailrunners die ons links en rechts passeren. Na het klimmen bereiken wij Col d’Arsine, hier spotten wij de eerste marmotten en ook gletsjers, we besluiten niet naar het meer te gaan omdat we al te laat waren vertrokken vanochtend. Na de col dalen we af en hier wordt de route alleen maar mooier. Het pad loopt langs een waterstroom met wit water (waarschijnlijk hoge kalk concentratie) dit stroompje mondt uit in vele kleine meertjes en de hele vallei is erg groen.
Uiteindelijk komt onze route in het dorpje Le Casset, hier stappen de andere toeristen weer op de auto maar wij stappen door naar Monier des Baines, waar we worden opgewacht door Lars en Dorien. Een half uurtje lopen van het dorp zetten wij onze tentjes op en kijken terug op een eerste mooie dag.

D2

Gister was er toch wel flink geklommen en gedaald, dus de dag begint met Maikel en Schelte die hun voeten goed inpakken. Na een uitgebreid ontbijt met baguette en soep vertrekken wij met onze 15-20 kilo op onze rug omhoog het bos uit. Na omhoog te lopen komen wij uit in een vallei zoals in een Milka reclame. Het geklank van de koeienbellen kwam van alle kanten, zelfs boven op de pas zo’n 2 uur lopen en 400 meter hoger konden wij ze nog horen.

We namen een lunchpauze en mijn water was alweer op, gelukkig waren er genoeg stroompjes om het bij te vullen. We dachten dat we het stijgen nu wel hadden gehad, maar toen begon het steilste stuk. Er was een duidelijk tempo verschil, Lars en Dorien vlogen vooruit en Berend lijkt natuurlijke een eindeloze put van energie te hebben (af en toe wordt ik gewoon moe van die vent, hij wil maar door blijven gaan en hoewel ik ’t kan wil ik niet altijd) dus stapt ook goed door. Korte pauzes werden gebruikt om de groep weer bij elkaar te krijgen, maar mijn tempo bleef slow but steady. Om de col te bereiken moesten we eerst weer over een steil pad van los gruis en daarna een steile klim met staalkabels. Maikel voelde zich hier niet heel comfortabel om het zo maar even te stellen. Maar binnen een half uurtje stonden we allemaal boven.

BAM, daar staan we dan, Col des Grangettes, 2784 meter hoog. Hier hadden we uitzicht over een pracht gletsjer meer.

Bij ’t meer weer even gechilled, wat handstands gedaan en na een tweede lunch genomen, moesten we wel snel weer door. We waren namelijk al 7 uur op pad maar we moesten nog afdalen naar Valloise, een dorp zo’n 1000 meter lager. Na een uurtje lopen bereikte we de parkeerplaats, eerst wilde we toch gewoon door stappen. Maar het was duidelijk dat we een stuk sneller waren als we liften. Binnen een kwartiertje stonden we allemaal beneden.

Het dorpje Valloise was duidelijk een toeristisch ingesteld skidorpje, maar terecht want het zit zo dicht op de bergen! In de supermarkt herladen wij onze backpacks met fruit en groente en gingen we weer door. Direct buiten het dorpje zagen wij een bordje staan Col de l’Aup Martin, de Col die wij morgen gingen passeren, 22.4KM. De tering, we probeerde nog wat vordering te maken zodat wij die afstand wat konden inperken morgen. Maar toen we bij een onbemande camping kwamen was het duidelijk, hier gaan wij slapen! Er was een douche die je goed opfriste door zo’n 4°C warm bergwater over je kop te gieten (eerste ervaring van brainfreeze door douchen voor mij). Tegen tienen sliep iedereen als een blok. Morgen beloofde dan ook een pittige dag te worden.

D3

Half zeven ging de wekker, we stonden op en maakte een goed ontbijt met vermicelli met soep. Het was gisteravond een fout om Scheltes blaar niet door te prikken, hij was namelijk niet gekrompen en had het formaat van een framblij. Nu toch maar doorprikken en goed inbinden!

Naast ons stond een groepje Franse hikers die dezelfde tocht liepen en vertrok gelijktijdig met ons, ze passeerde ons al direct want ons tempo was gedaald naar standje volhouden en volharden met het verstand op nul en de ene voet voor de andere kwamen we er wel, dat was het idee.

Na een klein uurtje kwamen we op een parkeerplaat vanwaar de Franse dagwandelaars aan de toch begonnen. Schelte had duidelijk last van zijn blaar en Maikel van vermoeidheid want zij liepen nu achter mij, en stopte op elke gelegenheid van schaduw. Tegen twaalf was mijn Camelbak natuurlijk weer leeg en hadden wij al vele honderden meters gestegen, we liepen op zich nog aardig op schema. We stopte langs een breed en rustig beekje, waar we ons water konden hervullen en ook met gemak onze zweterige kleren konden wassen. Het gewicht onder de tassen werd herverdeeld, Berend nam wat over van Maikel en Schelte, dus ondanks de vermoeiing werd er met de juist instelling en positiviteit weer vertrokken.

Iets verder bereikten we op 1900 meter hoogte een schaapsherder hutje, vanaf hier zou het steigen pittig gaan worden. De vallei waarin wij liepen werd langzaam minder vlak en we konden weer veel marmotten horen, we zagen er alleen niet zo veel. In de verte zagen we al over welke berg we heen moesten, alleen waar de col was waar wij moesten passeren was nog niet heel duidelijk. Maar oriënteren was niet heel moeilijk want er was maar één duidelijk bewandeld pad. Toen we een grote heuvel passeerden werd het voor Maikel pas echt duidelijk waar wij heen moesten, de col was zichtbaar, en wij waren er nog lang niet, een soort valse top ervaring. We hielden nog een pauze om iedereen bij elkaar te hebben en zetten ons in voor de laatste klim. De wind was hier een stuk harder en het werd kouder, iets wat natuurlijk is op deze hoogte en zeker bij het stuk waar wij op liepen niet onverwacht. De bergwand was van een bros, glas-tegel-achtig gesteente en door kleine windhozen klonk het alsof er servieskasten werden omgegooid, door het vele gruis was ik erg blij met mijn buff en zonnebril.

Eenmaal boven op de Col werd er op mij gewacht en vertrokken we meteen weer. We liepen nu over een vlak stuk naar de volgende pas, de wind werd hier niet veel zachter en er viel zelfs een zomers buitje zodat wij op dit smalle pad toch even allemaal de raincovers over de tassen hebben gedaan. Snel bereikten we de pas, daar zagen wij een zeer mooi dal, en vele kilometers verderop was een flinke bui naar beneden aan het komen. Eventjes hadden wij het idee om voor de bui beneden in het dal te kunnen zijn, want daar was de hut waarnaast wij zouden slapen. Maar binnen 10 minuten zaten wij direct in de wolk en met minder dan 10 meter zicht begon het te gieten. We hadden nog genoeg tijd voor onze regenjassen, maar niet om iets warmers aan te doen. We hadden geen idee wanneer het ophield en het onweer zat nu direct boven ons. Met flitsen voor ons en donder achter ons. De regen ging over in hagel, met stenen zo groot als knikkers op onze blote benen en oren. Ik verschuilde mij met Schelte en Maikel achter kei van misschien anderhalve meter breed en een meter hoog. Zo snel als het weer ons trof was het ook weer voorbij, maar het liet ons verslagen achter. Onze schoenen stonden vol met water, mijn handen en benen deden pijn van de hagelstenen en de kou. De paden werden modderstroompjes en het groene landschap was wit geworden. De beekjes waar wij eerst rustig ons water in vulde waren nu woeste bruine stromen. Maar na een paar minuten hadden wij alweer zicht over het hele dal en konden wij zien dat de zon doorbrak, exact op de plek waar de hut stond.

Van de vorige dagen wisten wij al dat de zon rond half 7 achter de bergen verdween en het was nu al na vijven. Dus we moesten gewoon door gaan stappen. In tweetallen vervolgde wij onze afdaling om zo snel mogelijk de hut te bereiken, geen pauzes meer. Schelte was helemaal gebroken en Maikel en ik stonden op zombiemodus. Dorien en Lars bereikten de hut als eerste. Vlak voordat wij er waren werden wij nog eens natgeregend, niet dat dat ons nu nog een fuck boeide, maar was toch een beetje naar. Vlak voor de hut stond nog een herdershond bij de schapen, direct op het pad, normaal vind ik ’t prachtbeesten maar nu compleet vermoeid was ik toch wel een beetje bang voor hem. We konden niet veel anders dan wachten en met een kleine boog om hem heen.

Bij de hut werd besloten om niet in onze tenten te slapen maar hier te betalen voor een overnachting, iedereen was het direct mee eens. Bij een heerlijk maaltje van rijst en noten werd de dag besproken.

Ik was compleet op, mijn knieën deden zeer van het afdalen en mijn reet van het klimmen. Mijn schouders van het lopen met die vele kilo’s op mijn rug. Slow en Steady ging ik door, maar ik verneukte mijzelf wel, links en rechts ging ik door mijn enkels. Waarschijnlijk was ik wel in staat geweest om door te gaan, maar blijvende blessures loerden om de hoek. En mijn kwaaltjes vielen dan allemaal nog wel mee. Nog een dag als dit konden wij niet aan, en Schelte moest naar beneden, dus wie ging met hem mee? Ik had nog niet eens aan de optie gedacht, maar toen Lars voorstelde om allemaal mee te gaan en te stoppen met de Tour, voelde ik een zekere geruststelling. Ondanks de uitputting kon ik niet direct slapen, de dag spookte nog wel even rond in mijn hoofd.

D4

We hadden besloten om terug te gaan naar het huisje van Dorien, maar we waren er nog niet. En we waren goed kapot van de vorige dag, maar de nacht in de hut heeft ons goed gedaan want bij het ontbijt kon iedereen weer lachen. Alleen voelde Dorien zich weer niet zo lekker. Om naar haar huis te komen zouden we gaan liften vanaf het dichtstbijzijnde dorpje, Les Borels (laffe borrelaars tho). Dit dorpje lag nog zo’n 4 uur lopen vanaf de hut, op het wandelpad werd het duidelijk dat het slechte weer van gister een flinke bui is geweest want een flinke steen lawine was vol over het pad heen gekomen.

Na zo’n twee uur lopen kwamen we al bij een autoweg zodat Maikel en Schelte al in de eerste auto konden worden opgepikt want zij waren het meeste gebroken door gister. In tweetallen liftten we terug via Pont du Foss, Saint-Bonnet-en-Champsaur, Chauffayer, Corps dan over Col d’Ornon terug naar Bourg d’Oisans. Dit stuk was ongeveer 100 kilometers, dus onbekend hoelang men er over zou doen. Gelukkig sprak iedereen tres bien Frans.

Rond half 6 waren Berend en ik bij het huisje, niet kort daarna kwamen Dorien en Lars aan. We moesten nog eventjes wachten op Schelte en Maikel, want Schelte had zijn schoenen laten staan in één van de lift auto’s, natuurlijk onmogelijk om terug te vinden. Het zat die jongen niet mee. De andere gasten waren ondertussen niet meer in het huisje dus we konden in een normaal bed slapen! Onder het avond eten stelde we elkaar op de hoogte van de lift avonturen en hoe gemakkelijk dat hier eigenlijk ging.

D5

Maximaal herstellen was het plan voor vandaag, dus in de ochtend deden we absoluut niets. Ook omdat Dorien nog steeds niet heel lekker was. In de middag zochten we een bergmeertje op, de tocht was makkelijk en ideaal voor herstel om te lopen zonder backpack. Maar er waren toch wel een paar honderd hoogtemeters voordat we bij dat heerlijk verfrissende meertje aankwamen, Lac du Lauvitel. Zwemmen was echt zieeek lekker plus er waren van die visjes aan je tenen knabbelen. (piranjaas) Omdat we toch niet heel veel te doen hadden namen we uitgebreid te de tijd om de hele avond pizza’s te bakken en keken we nog het laatste deel van de Jason Bourne Triologie, de eerste twee hadden we voor vertrek al gezien.

D6

Vandaag hebben we een mooie sportieve activiteit, we gaan een Via Feratta op. Blijkbaar is dat klimmen zonder vast te zitten aan touw maar alleen met karabiners jezelf vast te klikken aan voorgespannen staalkabels aan de wand. Maikel en Schelte gingen gewoon chillen i.p.v. klimmen. We waren nog geen 10 minuten bezig toen we omhoog keken en toch een beetje bang werden van de wolkjes. Want onweer als je vast zit aan staalkabel op de berg, hmmm, misschien toch geen top idee.

Maar na 10 minuten waren Maikel en Schelte al met de auto naar boven naar ’t dorpje Saint-Christophe-en-Oisans. Dus moesten wij lopen, of liften. Tegen de tijd dat we boven waren was het al weer lekker weer, dus deden we het tweede deel van de route. Deze was iets minder mooi, maar toch vet, na deze hadden we wel zin in meer! We (Paula, Berend en ik) gingen toch weer terug naar beneden om het eerste deel te doen. Dit was echt super vet, een heerlijke combinatie van fysieke inspanning, adrenaline, en uitzicht. En halverwege sloeg het weer toch een beetje om zodat we nog moesten opschieten ook, dit extra beetje stress maakte de ervaring nog mooier.

Later die avond gingen we Mr. & Ms. Smith kijken en gedurende nacht dacht Berend dat het grappig was om zijn maag te legen in het toilet om onbekende redenen. Ik was er toch maar even uit gegaan om hem gerust te stellen, het was niet heel grappig vooral omdat ik wakker werd als enige.

D7

Natuurlijk moest er nog wel wat gedaan worden in het huisje dus gingen we lekker schoonmaken en binnen een half uurtje was het huis weer spic en span. Berend mocht natuurlijk het toilet boven zelf schoonmaken na gisteravond :P.

Daarna gingen wij klimmen, voor mijzelf de eerste keer op rots! En überhaupt de eerste keer topropen. De routes waren erg mooi en er was genoeg niveauverschil op de wand zodat ook voor Dorien en haar zus er nog flinke uitdagingen tussen zaten. Het was duidelijk dat de moeder van Dorien erg veel ervaring had en Berend en ik juist alleen kracht en geen techniek. Het was hard zweten, maar met veel hulp/tips kwamen wij uiteindelijk ook op routes die ons eerst niet lukten.

In de avond doen we weer super relaxt en donder ik een glas wijn over mijzelf heen terwijl ik dit op papier zet…

D8-9

Omdat we op hike vakantie gingen, gaan we toch nog eens wat extra hiken. Maar weer op de dag van vertrek is Dorien niet lekker, dit keer zo erg dat ze met haar moeder naar de dokter gaat. Dus vertrekken we zonder haar en Lars, maar in het gezelschap van haar zus, naar Refuge du Lavey. Waar wij eerst een mooie plek opzochten voor onze ‘Basecamp’. Deze bereikte we al na een uur of 2 hiken, dus hier lieten wij Maikel en Schelte achter. Zodat ik, Berend en Paula door konden stappen naar een Gletsjermeer, waar geen pad naartoe liep.

We liepen zonder bepakking, maar toch was de wandeling pittig, de grond was voor het grootste deel puin van eerdere steenlawines en een duidelijk richting hadden we niet, omdat het dus geen aangegeven/bewandelde route was. Vooral de wateroversteek was eventjes spannend, een stroom van 1 tot 3 meter breed met hard stromend water raasde hard naar beneden, de steenmannetjes markeerde dat je op enkele plekken kon oversteken, deze vertrouwde wij niet helemaal.

Maar uiteindelijk bereikten wij het meer, de gletsjer was gigantisch en bezaaid met puin, maar monde direct in het meer waar dan ook nog ijs in ronddreef. We waren er nog geen 5 minuten of er speelde actie voor onze ogen af. Boven de gletsjer braken stenen los, het was aan de andere kant van het meer, maar we zagen en hoorde hoeveel naar beneden kwam zetten. Om deze shot uit een natuurdocumentaire nog even af te maken zaten op de andere bergwand nog berggeiten, champois, die zich niet veel zorgen maakte over de steenlawine, ook al stonden ze op de meest instabiele grond die we deze vakantie hebben gezien. Na nog een kleine steenlawine te hebben gezien en de drang om te gaan zwemmen te hebben weerstaan, keerde we terug naar basecamp. Waar we Schelte en Maikel aantroffen zoals we ze hadden achter gelaten, maximaal chillend boekje lezen en zonnebadend.

We zetten de tentjes op, maakte een bijzonder vleesrijk avondmaal. Berend wilde graag even  compenseren nu Lars er toch niet bij was, en ik had eindelijk de kans om mijn biertje die ik de hele vakantie mee droeg koud te zetten in de Gletsjerbeek. We hadden een heel fijne avond door gewoon van het uitzicht te genieten en sterren te kijken, we gingen er ook nog even uit om 2 uur ’s nachts. En hoewel er veel te zien was, was het eigenlijk te licht dus helaas geen Melkweg.

De volgende dag wilde we eigenlijk niet weggaan, ons basecamp was te mooi! Maar na het ontbijt en langzaam inpakken gingen we terug. De Elite gingen nog even via een omweg om Lac Fourres te bezichtigen, tot onze verbazing waren we daar al na ander half uur. En troffen daar ook super goeie tentplekken aan, een ideale kampeerplek voor hogere tochten of voor beklimmingen van La Meije. Zeker een plek om nog eens naar terug te keren! Het meertje zelf is niet groot maar schoon dus ook nog eens een ideale plek om te koken. En ’t uitzicht, pwah. Gewoon niet te beschrijven.

Bij terugkomst bij het huis heeft Dorien een antibioticakuur gekregen en ziet er al weer stuken beter uit, gelukkig want dan kunnen we de laatste dag toch nog even een mooie activiteit doen!

D10

We hadden nu al eens een Via Ferrata gedaan, dus waarom niet nog één? Cascada de la pise heette hij, en tsja het was vet. Hij ging bijna steil omhoog, want je bent continu langs een waterval aan het klimmen. Technisch stelt het niets voor want er zijn vele metalen voet en handgrepen in de muur gezet bij deze klim. Maar mentaal moet je voorbereid zijn op de hoogte, zelf had ik gelukkig geen hoogtevrees, maar wel zwetende handjes, verhoogde hartslag en natuurlijk de doodsangsten etc.

Oh nee. Het was gewoon super vet, zoals bij de vorige weer een heerlijke cocktail van adrenaline, endorfine en cocaïne in je bloed, of iets dergelijks. Gelukkig waren we vroeg begonnen en waren we voor 12 boven want de zon begon te branden en nu klommen we in de schaduw maar anders, ai jai jai. We moesten nog wel even een flink stuk terug wandelen naar de auto, wat ook wel een warme en lange wandeling was, maar ook met goed uitzicht.

In de middag gingen we nog even afkoelen door te gaan zwemmen in een stuwmeer. Het was een gigantisch meer en er stonden wel bordjes van ‘dangereux’ maar aangezien we velen Franse kindjes in bootjes zagen dachten we dat het wel in orde was om erin te gaan. Toch werden wij in Slopend-Spa-day-fashion toch even aangesproken en vriendelijk verzocht naar een ondiep stuk te vertrekken en werd het ons duidelijk gemaakt dat het anders op eigen risico was. Dus gingen we iets verderop zwemmen. En uiteraard flink lopen experimenteren met de onderwater functie van Schelte zijn camera.

Als afsluiter van de laatste dag gingen we racletten, dat is blijkbaar een soort gourmetten met kaas. Dus je smelt je kaas en dat giet je dan over je eten, yum yum yum hmmmm (dat is frans btw). Omdat ik de enige was met sterk bij me (laffe boel) en er nu twee mensen waren die niet mochten drinken door medicijnen werden de bedankadtjes maar gegeven met alles wat we konden vinden, maar dat heeft de pret niet gedrukt en het was een geweldige afsluiter van de vakantie!

Dorien nogmaals bedankt voor het initiatief!

 

6-8-2017

Maikel, Schelte, Berend en ik vertrekken vandaag met de auto, dus 7 uur even langs de bakker en 8 uur weg. Eventjes afscheid nemen en hopen dat we hier nog eens terug mogen komen!

Op de terugweg moesten we Maikel nog even afzetten in Gedinne, België. Deze omweg was niet heel praktisch maar ach als je toch 12 uur in de auto zit offeren wij ons wel op om hier 13 uur van te maken. We kwamen langs veel bekende namen als Betrix en Libramont. Ons plan was nog even langs Rochfort te rijden voor een biertje, helaas bepaalde het lot dat we toch naar huis moesten. Een weg omleiding stuurde ons direct naar de snelweg richting Brussel. Voor het donker werd waren we weer veilig thuis.

 

 

 

 

 

3 thoughts on “Reisverslag Écrins

Geef een reactie