Proloog
Toen afgelopen zomer het collegejaar op zijn einde liep, begonnen bij mij langzaam de vakantie prikkels weer op te spelen. Helemaal lekker gemaakt door alle verslagen en aftermovies van eerdere Slopend expedities, was ik vastberaden om dit jaar ook op een dergelijke trip te gaan. In de wirwar van excel-sheets en elevator-pitches zag ik een hike in de Alpen best wel zitten. Na een korte doch strenge selectieprocedure bleven er vier deelnemers over die deze uitdaging aangingen: Hugo, Marijn, Walter en ik. Het plan was een route door Zwitserland van het plaatsje Sion naar Lauterbrunnen, afgeleid van de bekende Bärentrek tocht. Paklijsten werden opgesteld, dag-etappes uitgestippeld en ouwe lullen geraadpleegd om zo beslagen als mogelijk ten ijs te komen.
Dag 0 – Treinen
Mijn reis naar Zwitserland begint tegennatuurlijk, met een treinrit in de verkeerde richting vanuit Maastricht naar Venlo. Op Venlo maken Hugo, Marijn en ik ons klaar voor een lange nacht in de ICE naar het alpengebied. Na een lange treinreis met veel vertraging en weinig slaap arriveren we dan eindelijk op station Visp waar Walter zich bij ons voegt en wij onze laatste overstap maken naar Sion. Walter verkeert al enige dagen in het gebied, en geeft ons alvast een voorschot op de mooie uitzichten en tochten die we dadelijk zullen ondernemen.
Dag 1 – We gaan van start!
De goden van het OV zijn ons gunstig gezind, want rond 09:00 ’s ochtends stappen we zonder enige vertraging uit op station Sion. Om een saai stuk over te slaan en onszelf een gezonde voorsprong te geven, nemen we hier alvast een bus naar het dorpje Anzère op zo’n 1500 m. Door de hitte in het dal en een niet al te efficiënte busrit gaan we enigszins stroef van start, maar niet alleen de hoogte maar ook ons moraal neemt toe en na een aantal uur klimmen komen we aan op onze eerste locatie om te overnachten ter hoogte van Lac des Audannes (2500 m). Al snel komen we erachter dat niet ieder zakje adventure food even goed smaakt…
Dag 2 – Klimmen en Klauteren
Met de nodige onwennigheid pak ik mijn slaapzak, matje en overige spullen de volgende ochtend weer in. We beginnen iets later dan gepland aan onze etappe, maar dat maakt niet uit want ik weet meteen weer waarom ik zo graag bezig ben in de bergen: ik weet niet meer welke dag het is vandaag. Niet lang nadat we zijn gaan lopen, krijgen we een flinke domper te verduren. Hugo heeft zo’n last van zijn knie dat hij moet afdalen naar een lagergelegen gebied en daar zelf zijn reis zal vervolgen. Het doel van vandaag was om kamp op te slaan in de buurt van een Gletsjermeer, echter door onder andere een onverwachts lastig terrein type blijkt dat we dat punt nu niet meer gaan halen. Gelukkig bieden onze vooraf uitgestippelde route en de wandelpaden in de omgeving meer dan genoeg mogelijkheden om het plan bij te stellen. Walter, Marijn en ik zetten onze tentjes voor de tweede nacht op bij een verrassend groene vlakte aan de voet van de Mittaghorn (2400 m).
Dag 3 – Ik wil alleen maar zwemmen
Deze ochtend pak ik met al iets meer skills en vaardigheid mijn rugzak weer in voor een trip naar “Pointe de la Plaine Morte”. Dit uitstapje stond niet in de oorspronkelijke planning, maar we kunnen de verleiding niet weerstaan om een plek te bezoeken die eenzelfde connotatie met zich meedraagt als het welbekende Mordor. In contrast met de relatief groene omgeving waarin we tot dusver hebben gelopen ziet dat er overigens precies uit zoals je zou denken: kaal, ruig en zwart. Wel zien we nu de Wildstrubel, een van de subdoelen van onze trip in vol ornaat aan de andere kant van een grote gletsjer prijken. Na een korte duik in een gletsjermeer aan de voet van de Wildstrubel zetten we in de buurt onze tenten neer.
Dag 4 – Dubbele hoogtemeters
Het weer zat ons tot nu toe aardig mee, maar juist op de dag dat we de Wildstrubel willen beklimmen worden we wakker in een bewolkt en onzeker weertype. We wandelen gedeeltelijk weer naar het dal (1500 m) waar we een aantal watervallen aandoen alvorens we weer terug omhoog klimmen naar de Fluhsee (2100 m). Eenmaal daar aangekomen sloeg het weer om en werden we bij de kleine, warme en knusse Fluhseehütte naar binnen gehaald door een groep hartelijke bergwandelaars die daar verbleven. Ondanks dat het onweer ging liggen, bleek deze nacht vrij onaangenaam door de buitensporig harde wind die onze tentjes bleef teisteren. Blijkbaar slaapt het niet helemaal lekker wanneer je in constante angst leeft dat de tent wegvliegt of scheurt en het tentdoek aan een stuk door in je gezicht klettert.
Dag 5 – Wildstrubel: check!
De slapeloze nacht weerhoudt ons er echter niet van om de volgende ochtend in een rap tempo de Wildstrubel te lijf te gaan. Inmiddels heb ik het expeditie voedsel volledig omarmd en werk ik met plezier mijn calorierijke muesli ontbijtje weg, terwijl ik mij een halfuurtje later alweer te goed doe aan een pakje hartkeks. Zo’n 1200 hoogtemeters en nog geen 3 uur later staat ons een machtig uitzicht te wachten op de top (3250 m), alwaar we nog een drankje doen met een drietal Fransen die zo attent waren om een flesje wijn mee te nemen. Walter moet ons de volgende dag verlaten, dus dalen we af naar Lenk om daar even bij te komen op een camping.
Dag 6-9 – De laatste dagen
Wanneer Walter eenmaal op de trein is gezet, maken Marijn en ik gebruik van de welkome mogelijkheid om het gevriesdroogde adventure food en de voorverpakte ontbijtjes in te ruilen voor vers brood, groente en fruit. Onze flinterdunne tent krijgt op de camping nog eens de volle laag van een krachtige wind en hagelstenen van 1,5 cm, waarna we met een gerustgesteld hart kunnen concluderen dat dit wonderlijke tentje werkelijk alles aan kan. We besluiten nog eenmaal op hoogte te kamperen ten oosten van Lenk, waarna we de dag daarna weer afdalen naar Adelboden. Om de catharsis compleet te maken nemen we daar de trein naar Lauterbrunnen, zodat we toch nog ons oorspronkelijke einddoel hebben bereikt. Daar herenigen we met Hugo, bekijken samen het “mooiste dal van de Alpen” en praten we elkaar bij over al het mooie dat we zijn tegengekomen.
Wanneer deze laatste dag zijn einde nadert, is het alweer tijd om (voorlopig) afscheid te nemen van de bergen en met zijn drieën huiswaarts te keren, voorlopig… want ondanks de niet in woorden te vangen uitzichten, ruige toppen, stille meren en koele gletsjers heeft deze vakantie mijn honger naar de bergen niet gestild, enkel aangewakkerd.