Door Rob Lubbers
Het begon allemaal met Marks berichtje in de Slopend Spam, vertellend over een run in Brugge met weer typisch Belgische hindernissen. Deze run staat niet op de SBN kalender want ze zijn dit jaar niet aangesloten bij de SBN. Ik had Adegem al een keer gelopen, en op die run ben ik zowaar verliefd geworden, zo’n uniek karakter, zulke uitdagende hindernissen, zulke enthousiaste vrijwilligers! Echt een pracht run!
Ik had Brugge nog nooit gelopen, maar als Adegem zo leuk was moest ik Brugge wel ook lopen. Wat ook motiveerde was dat die run blijkbaar het Belgisch Kampioenschap was dit jaar (ook al hebben ze maar twee runs in België en was de ander helaas afgelast).
Ik had van te voren (stiekem) een samenstart verzoek ingediend om samen met Mark en Max(M&M) te starten, en zodoende zaten we in toevalligerwijs in dezelfde startgroep. Normaalgesproken kan dat niet bij een echte wedstrijd maar aangezien Brugge ook niet aangesloten is bij de SBN en het geen “echte” LSR was kon het allemaal.
10:05 starten, een relatief late starttijd maar we moesten alsnog 07:00 vertrekken vanuit Delft want het is stiekem nog een eindje rijden. Goed, na een langzame tas-inpak-sessie, Mark te hebben opgepikt in Rotterdam, een knooppunt onderweg drie keer hebben bezocht en een plaspauze kwamen we om 09:50 aan op het terrein. Beetje laat en gehaast. Ik was de auto nog aan het afsluiten of Mark was er al vandoor gesprint naar de shirtuitgifte. Ik was hem gelijk kwijt en ik wist ook niet waar ik moest zijn voor de shirtuitgifte. Maar goed, snel shirt opgehaald, naar de wc gegaan en m’n tas en jas aan Veerle gegeven want geen idee waar de tassendrop was en haast. Zo stonden de drie musketiers 1 minuut voor de start in het startvak er helemaal klaar voor(wel had ik een deel van de vrijwilligers-instructie bij de start gemist haha). De adrenaline zat er een beetje in, want ja, we hadden toch een beetje haast, dus ik ging héél vlot door het eerste rondje met zandzak. Ik begon redelijk achteraan het startvak, en was als tweede uit het rondje met uiteraard Mark en Max achter mij 😉 .
Ik voelde me goed voor de wedstrijd, ik had het weekend ervoor ook een PR gezet op de halve marathon, dus ik wist dat ik me fit voelde. Ik ging mijn eigen wedstrijd lopen op m’n eigen tempo en knalde lekker door de eerste paar hindernissen. Ik wist ook dat er vrij snel hakken in het parcours zou zitten en hier was ik wel wat bang voor want historisch gezien is hakken niet mijn sterkste kant. Mijn doel was om na het hakken niet te ver achter Mark en Max te zitten.
Het hakken ging echt super lekker, ik kon ook als eerste een stammetje uitzoeken dus ik had een prima stammetje. Toen ik aan het hakken was kwam ik er ook achter dat mijn stammetje een auto-rotate functie had, bij iedere slag roteerde hij een klein beetje waardoor ik mooi een rondje om de stam aan het hakken was, super handig! Op gegeven moment was ik in de flow en dacht nog wat te gaan te hebben maar wat gebeurt er nu plotseling? Het stammetje gaat opeens doormidden, terwijl ik dacht dat ik nog best wat te gaan had. Blijkbaar was het midden gewoon heel zacht waardoor ik er opeens in een keer doorheen sloeg. “Winnen!” Dacht ik bij mezelf. Niet alleen had ik geen tijd verloren op Mark en Max bij het hakken, maar misschien had ik zelfs wat tijd gewonnen op ze. Nu dit tempo door pakken en vol blijven houden!
Lekker daknetje na het hakken knallen, daarna de onverharde weg volgen. Honderd meter verder stonden al weer de volgende vrijwilligers. Instructie: spring over het slootje naast de weg, kijk uit voor het prikkeldraad en doe de Spaanse ruiter over het slootje terug. Doen we, geen probleem. Fast forward naar het tweede rondje: vrijwilliger zei exact hetzelfde: kijk uit voor het prikkeldraad en doe de Spaanse ruiter over het slootje terug. Lichtelijk toucheerde ik het prikkeldraad. *vul hier zelf een scheldwoord in* Wat bleek: het was een prikkeldraad die ook nog eens onder stroom stond. Ik sch(r)ok me kapot hahaha. Maar ja, het blijft een wedstrijd, dus ik moest toch gewoon na deze ongevraagde reanimatie weer doorgaan.
Terug naar het eerste rondje.
Verder in het rondje niet veel spannends gebeurd, kleine persoonlijke highlight was dat ik raak schoot met boogschieten 🥳 (tweede rondje miste ik 🙁 ) en na een bepaalde combi zei een vrijwilliger dat ik “richting het café moest gaan”. Ik dacht dat dit wel weer een rare naam zou zijn voor een combi, dit bleek niet het geval. (Dit was ook midden in de weilanden)
Verder had je ook nog de befaamde ton met grepen er in, maar hij hing boven water om hem net nog een beetje uitdagender te maken. Leuke hindernis, maar als je gewoon met je handen zo ver mogelijk door pakt en goed in de gaten mikt is hij goed te doen in mijn mening. Dan kan je op het laatst er relatief makkelijk overheen walrussen als je ver genoeg hebt doorgepakt.
Ondertussen waren we al een goed tijdje bezig, ik was op zo’n beetje drie vierde van de eerste lus en ik had Mark en Max nog steeds niet gezien.
Toen kwam er een reeks zwaardere hindernissen. Het begon met een palentarzan die ik schijnbaar opnieuw moest doen want ik moest met handen en voeten in de laatste paal hangen, maar dat was ontzettend onduidelijk. Er waren bij alle hindernissen genoeg en enthousiaste vrijwilligers, maar ze waren heel vaak afgeleid door elkaar, of door andere deelnemers dus je moest vaak een beetje gissen wat je moest doen bij de hindernissen. Hierdoor moest ik hier dus de palentarzan opnieuw doen. Taaie sessie kan ik je vertellen. (Protip dit:) Gelukkig was m’n tight nog nat van die ton swing over dus kon ik zo m’n handen precies goed vochtig houden door eventjes langs m’n tight te gaan en zo weer lekkere plakhanden voor de hindernis te krijgen.
Nog steeds is het natuurlijk geen pretje een hindernis opnieuw te moeten doen, en dat was ook nog eens het moment dat ik Max uit het niets zag opdoemen. Dat had ik niet verwacht! Mijn gameplan was eigenlijk de hele wedstrijd constant met een steady tempo voor Max te lopen want als hij me eenmaal had ingehaald zou het heel moeilijk zijn hem bij te houden in de hindernissen. Het grote probleem was ook dat hij 0 tekenen van vermoeiing toonde daar.
Na de palentarzan kwam de volgende taaie hindernis. De vrijwilliger instrueerde ditmaal wel duidelijk dat ik in het laatste touw moest aanraken en de boom moest aanraken. Helaas kreeg ik op het laatst waar de touwtjes m’n voetklem niet gezet in de eerste paar seconden. Ja, en dan heb je de touwtjes al aangeschopt en zijn ze al aan het dansen, dus wordt het alleen maar moeilijker een voetklem te zetten. Na een paar kostbare seconden aan m’n armen te hebben gehangen lukte het dan toch eindelijk een voetklem te zetten, maar die paar seconden hebben me wel een fortuin aan kostbare energie gekost. Ik was ook lichtelijk gepanikeerd omdat Max al zo dichtbij was. Toch was ik ongeveer dezelfde tijd als Max uit de hindernis.
Toen een stukje lopen, en wat zag ik toen?!? De beroemde befaamde hindernis uit Adegem, de uitdaging, waar de koren van het kaf wordt gescheiden. De Tsjik-Tsjak. Zie het verslag van Adegem. Gelukkig was ik niet nog niet zo verzuurd als aan het einde van Adegem, maar ja, die laatste paar hindernissen had ik zeker niet efficiënt genomen. Gelukkig was ik Max wel voorgebleven bij het hardlopen en was er maar 1 laantje beschikbaar toen wij aankwamen en kon ik er dus als eerste in. Hierdoor kon ik de hindernis rustig doch moeizaam nemen en hoefde ik niet bang te zijn dan Max mij hier inhaalde.
Direct daarna was er wel een combi waar Max me gelijk weer had bijgehouden, hij verliet hem zelfs iets eerder dan ik, maar daarna was er gelukkig een stuk hardlopen waar ik weer goede afstand op hem maakte. De volgende paar hindernissen deden we nagenoeg samen maar kreeg hij toch wel een beetje een voorsprong op me. Op gegeven moment was er een wentelteefje en een tarzanswing boven het water waar ik Max wel echt kwijtraakte. Ik was ook echt aan het prutsen bij het wentelteefje, ik landde met mijn nek op het touw toen hij wentelde waardoor ik eventjes goed in de knoop zat en ik kwam ook niet in een keer bij het tweede tarzan touw waar ik dus heel veel tijd verloor.
Kort daarna nog even een korte combi en een bosje met bijna duizend balken waar je overheen moest (net iets hoger dan de hekken van het hockeyveld bij ons). Toen was het start finish terrein weer in het zicht, of althans, binnen gehoorsafstand, je kon de omroeper ook horen. Dan lang verhaal kort: ik kwam Max weer tegen, hij voelde zich niet goed, ik wandelde eventjes met hem mee om er zeker van te zijn of alles wel goed was maar aangezien we toch bij start finish waren stapte hij uit en kon ik doorlopen.
Het is moeilijk te beschrijven hoe ik me toen voelde, ik zat heel erg in de wedstrijd en ik kwam er ook heel snel weer in. Dat kwam ook heel erg door de volgende hindernis. Ik ging namelijk het tweede rondje in dus moest weer de eerste hindernis van het parcours doen. Bij deze wedstrijd moet de lange afstand gewoon letterlijk hetzelfde rondje met dezelfde hindernissen allemaal twee keer doen.
De ronde begon dus met een bord met gaten met een netje er boven. Een heel simpele hindernis voor een ervaren wedstrijdatleet, je springt er in en stapt omhoog met je handen en voeten en eenmaal boven duikel je er over heen. Het leuke was wel dat de recreatieve categorieën nu van start waren gegaan. Hoe slecht de vrijwilligers ook waren in het aanwijzingen geven, op één aspect deden ze het wel heel goed: als er een wedstrijd loper aan kwam werd er ruimte voor gemaakt. Al die recreatieve deelnemers waren me ook toe aan het juichen, ze vonden het vooral heel cool om die technieken van het super snel over een net heen duikelen te zien en dat merkte ik. Op die aanmoedigingen ging ik dan ook weer heel goed en daar kreeg ik ook echt een goede energie boost van. Zo zat ik zo weer in de wedstrijd.
De rest van de race ging heel voorspoedig, ik merkte wel dat m’n energie op aan het raken was, maar ik wist dat Mark en Feike Mudde (een andere concurrent van me van Outdoor Valley die eigenlijk altijd sneller is) nog achter me zaten én ik wist precies welke hindernissen er nog aan kwamen en dus hoe ik moest temperen. Ik hoopte stiekem dat we niet twee keer moesten hakken, maar toen we weer een stam moesten opnemen wist ik al wel hoe laat het was. Ik weer hakken als een malle en hopen dat ze me hier niet zouden inhalen.
Missie geslaagd, toen ik klaar was met hakken zag ik ze nog niet 👍.
De rest van het rondje gebruikte ik om na te denken over dat vervelende Tarzan gordijn, hoe ik dat soepeler kon doen en een andere SO. Antwoord waar ik op kwam was op het einde korte armen gebruiken om meer touw voor de voetklem te hebben. Plan werkte fantastisch! Ik kon ook super goed temperen omdat ik precies wist welke hindernissen er aan kwamen. De Tsjik-Tsjak ging in het tweede rondje zelfs nog sneller en soepeler dan in het eerste rondje waar ik mijzelf lichtelijk over verbaasde. Het hielp ook dat er een andere deelnemer was die mij er overheen zag knallen die zei: “No way” waar ik weer echt een heel goede energieboost van kreeg waardoor ik ook terug schreeuwde “Yes way!!!”.
De Tsjik-Tsjak was de laatste interessante hindernis van het rondje, de rest van het rondje was gewoon uitlopen. De eindhindernis stelde ook niet veel voor, maar na de eindhindernis was er nog een eind-Swing-Over. Het was een 2.5 meter lange zak met een opening aan de boven en onderkant, verder niets. Ik kan je moeilijk beschrijven hoe moeilijk dat aanpoten was als je het zelf niet hebt ervaren, maar uiteindelijk kwam ik er door.
Uiteindelijk een mooie vierde plaats behaald in de wedstrijd, en ik was gefinisht voor Mark en Feike waar ik ook blij mee was🎉! Wel hoorde ik achteraf dat Mark ook darmklachten had gekregen tijdens de wedstrijd maar hij had hem wel uitgelopen (en blijkbaar Feike ingehaald terwijl Feike zat te struggelen in de zak, hij had er echt een kwartier over gedaan schijnbaar).
Nu is het dus op naar de volgende clash, helaas is er geen wedstrijd meer waar we alledrie aan mee doen maar ik heb weer een kans om Mark te verslaan bij de LSR in Doorn en Max bij het ONK KSR in Dinxperlo. Ik kijk er nu al weer naar uit, kortere afstanden liggen Max denk ik wel dus ik zal goed m’n best moeten doen 💪.
De tweede ronde hier is qua hindernissen en parcours identiek aan de eerste ronde. Vaak krijg ik de vraag als LSR loper of het niet demotiverend/saai is als je sommige hindernissen in het LSR lusje twee keer moet doen? Ik vind het best leuk eigenlijk. Het wordt ook wat tactischer omdat ik de tweede keer precies weet wat voor hindernissen er komen en hoe moeilijk ze zijn. Dan kan ik als ik het goed doe me perfect temperen en precies weten waar ik dus rustig aan moet doen en waar ik gewoon kan knallen door de hindernissen. Ook is het wel eens leuk de gezichten te zien van de MSR/KSR lopers omdat hun weten dat het de tweede keer is dat je voorbij de hindernis komt en zij al soms moeite hebben de hindernis 1 keer te doen.
Mooie foto’s erbij gezocht. En goed gelopen.
Er is trouwens een derde Belgische survivalrun. Georganiseerd door hetzelfde team als de survivalrun Brugge.
In de zomer, op het strand. De Beach Survivalrun in Blankenberge.
https://www.beachsurvivalrun.be/