Verslag door Fay en Elise
Dwars door Duitsland treinden wij naar onze bestemming: Garmisch, een dorpje dat is omgeven door imposante bergen vol sneeuw. Hoewel we kwamen voor een wandelvakantie, stond de eigenaar erop dat hij ons ophaalde van het station. Dus glibberde de oude man ons in zijn auto de weg van 300 meter naar zijn huis. Aangekomen in zijn houten huisje werden we uitgenodigd op de thee. Eenmaal binnen, veranderde hij de thee in een typisch lokale drank. Vanaf de bank keken we met verbazing toe hoe de man de glazen vulde met heet water, rum, citroen en suiker. Met moeite onderdrukten we onze lach, omdat de man maar suiker bij het brouwsel bleef gieten. Tegen onze verwachtingen smaakte het zoete, warme drankje erg lekker.
De eerste ochtend zagen we vanuit ons dakraampje de witte toppen schitteren in het zonlicht. Opgetogen over de omgeving begonnen we aan een wandeling die we, als echte Slopers, nog niet helemaal hadden uitgestippeld. Aanvankelijk bestegen we onze route richting de Gschwandtnerbaur over een makkelijk, goed aangestampt pad met af een toe een spectaculair uitzicht over het dal. Na de lunch en onze eerste sneeuwengel (pro tip: doe je jas dicht en je muts op), viel ons oog op een pad met nog maagdelijke sneeuw. Het pad leed ons omhoog en omlaag door bossen en sneeuwvlaktes. Omdat wij geen sneeuwschoenen hadden en er wel een flinke hoeveelheid sneeuw lag, was het een goede training. Bij elke stap was het afwachten hoe ver je been in de sneeuw zou wegzakken. De laatste afdaling vielen we bij iedere stap voorover, wat telkens eindigde met een koude knuffel van de sneeuw. Net toen we wel genoeg sneeuw hadden gehapt, zagen we een huisje: de Gschwandbaur.
Dinsdag besloten we vol enthousiasme te gaan langlaufen in het volgende dorpje, waar een mooie trail lag van 10km. Met de bejaarden om ons heen, verwachtten we dit wel even te doen. Maar na de eerste honderd meter glibberen waren we allebei al gevallen en waren we zo moe als na een ijktraining. Toen we daarop besloten toch de gebaande paden te volgen, werd het gelukkig wat makkelijker. Na een theepauze met een youtube instructievideo, kregen we de slag wat te pakken en konden we zowaar kilometers maken. Tegen het einde werden we wellicht wat overmoedig en namen we een pad omhoog het bos in. Fay nam bij de afdaling een veilige afstandsmarge op Elise, omdat we niet echt konden remmen. In de afdaling versnelde Elise en met een hoge snelheid probeerde ze nog tevergeefs de pizzapunt. Van boven kwam vervolgens Fay, die ook steeds harder ging. Terwijl ze steeds dichter bij kwam, zag ze het hoopje dat er lag niet opstaan. Om even duidelijk te maken dat ze ook niet kon remmen riep ze nog: “ik kan niet remmen”. Maar verstrikt in de stokken en latten lukte het Elise niet op tijd weg te komen. Met uitgestrekte armen konden we de val wat breken, en voorkomen dat een van ons gepiest zou worden door de ski’s. Zo bleek deze bejaardensport uitdagender en vermoeiender te zijn dan het imago doet vermoeden. Terug in het dorp sloten we deze vermoeiende dag af met een goed Duits biertje.
We hebben nog een wandeling gemaakt bij de Zugspitze in Oostenrijk. Weer zonder sneeuwschoenen genoten we van het ploeteren door onbegane, metersdiepe sneeuw. Deze sneeuw bleek toch iets te veel voor Elise haar uitvinding: gaiters van vershoudfolie. De laatste dag besloten we het eens te proberen met sneeuwschoenen en liepen we door de Partnachklamm naar boven.
Deze klamm had iets sprookjesachtigs met de enorme ijspegels die schitterden in de zon. Met sneeuwschoenen kwamen we relatief gemakkelijk op de top en genoten we van het 360graden uitzicht, waarin we bergen konden zien die we de afgelopen week stuk voor stuk hadden beklommen. Een prachtig einde van een heerlijke vakantie!