Door: Ruben van den Heuvel
Geen enkel winterweekend gaat voorbij zonder problemen met het OV. Vandaar dus dat de eerste trein al vertraging had, waardoor we de aansluiting misten, waardoor we de laatste trein naar het eindstation niet zouden halen. Zo, goed begin. In de volgende trein probeerde we iets te regelen via de conducteur. Uiteindelijk werd er door de conducteur gezegd dat we naar een bepaald station moesten gaan, waar de stationschef ons zou opvangen en er taxi’s naar het oorspronkelijke eindstation klaar zouden staan. Klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Dat was het ook. Eenmaal aangekomen wist de stationschef van niks (in het Frans) en werd er helemaal niks geregeld. Gelukkig konden we nog een allerlaatste bus pakken die richting de bossen reed. Na een half uur rijden stapten we uit en zou ieder groepje een random route lopen richting het verzamelpunt.
Met mijn groepje (Fay, Jorgis en ik) doken we gauw een pad door een weiland in. We ploeteren een tijdje van het pad af tot er op gegeven moment lampjes voor ons verschijnen, en we horen stemmen. Heel stilletjes doen we onze lampjes uit en wachten gespannen in de bosjes. Een tijdje hiervoor zaten er namelijk ook al lampjes achter ons aan. We zien een ander groepje lopen op het pad. We laten ze voorbij gaan, laten een klein beetje ruimte over en wij gaan ook verder op het pad.
Na een tijdje op het pad gelopen te hebben horen we stemmen boven de linkerberm. We besluiten om onze backpacks te droppen en ze te besluipen. Heel zachtjes klimmen we omhoog en kijken een tijdje toe hoe ze een boom vellen. Jorgis sluipt stukje bij beetje dichterbij. Hij schuilt achter een boom terwijl ik hem probeer te volgen, maar ik moest eerst een onbeschut stukje over. Blijkbaar maakte ik geluid, want iemand kijkt opeens op en zegt iets te horen. Ik blijf muisstil op m’n knieen zitten met m’n gezicht naar de grond. Er schijnen nu 4 lampjes mijn kant op terwijl ik daar midden op de grond zit. We horen ze zeggen: “Is het een vos? Nee volgens mij is het een hond” en “Hij is niet bang he”. Ze beginnen langzaam naar me toe te lopen. Ondertussen fluister ik naar Fay, “ik doe alsof ik een dier ben”, en ik sta op om snel op handen en voeten (een soort viervoeter imitatie) weg te rennen en achter de berm te duiken. Ze zijn verward. Toen liepen ze Jorgis tegen het lijf die nog steeds achter die boom zat. Het was het groepje van Jan, Laurens, Sjoerd en Collin. Ze hadden ons daar niet verwacht (want ze zeiden dat ze me toch niet hadden geïdentificeerd als mens), maar ze vonden het wel erg grappig. Blijkbaar waren zij ook de lampjes die ons eerder aan het opjagen waren. We praten nog wat en vertrekken dan toch maar weer om een slaapplek voor onszelf te vinden. Een half uurtje lopen later komen we een geschikte plek tegen en beginnen een shelter te bouwen. Voor het slapengaan genieten we nog even van pannenkoeken met stroop en suiker.
De volgende ochtend word ik als eerst wakker en geniet een tijdje van de zachte wind door de bomen, de specht die op de boom tikt en de koeien die ver op de achtergrond loeien. Ook het zonnetje valt binnen door de zijkant die open was. De andere twee worden dan ook wakker, maar zeggen geen koeien te horen. Blijkbaar is het in werkelijkheid een kettingzaag die bomen aan het zagen is…. Alsnog was het een heerlijke manier van opstaan, en je kan je voorstellen dat we zo nog even zijn blijven liggen. Als ontbijt genieten we opnieuw van de pannenkoeken.
Daarna begonnen we met het opruimen van onze spullen. We waren de plastic zeilen aan het opvouwen toen we een auto zagen rijden op het pad. De auto stopte en reed weer een stukje achteruit. Twee mannen in groene kleren stapten uit. Oh jee. We keken met een schuin oog naar ze terwijl we probeerden door te gaan met opruimen. Oke, ze komen toch echt naar ons toe gelopen…. eeehm shiit jongens, het zijn boswachters. Eenmaal bij ons vraagt Fay ze als eerst, English? “Non, Francais!” Goede start want we praten allemaal geen Frans. Heel hakkelend vraagt de ene boswachter wat we hier doen. Alsof we van geen kwaad bewust zijn zegt Fay “oh we are hiking!” Daarna vraagt hij of we hier geslapen hebben. Aangezien dat overduidelijk was door de platgestampte bladeren en slaapzakken zeiden we maar Ja. De andere boswachter herhaalt alleen maar “c’est compliqué, c’est compliqué”. Ze zeggen wat dingen tegen elkaar in het Frans, maar wuiven ons daarna weg en ze laten ons gaan. Door de taalbarriere zijn we er toch goed vanaf gekomen. Volgende keer toch maar wat verder van het pad én eerder opstaan.
De wandeltocht door het bos was mooi, en we besloten een extra rondje te doen door de grote weg over te steken naar de linkerkant en daar nog even te lopen. Overal in het bos lagen stapels hout, en bij een grote stapel besloten we om een groepsfototje te maken met de zelfontspanner. Fay en ik beklommen alvast de bomenstapel, terwijl Jorgis een aardige tijd bezig was met de camera positioneren op takken, backpacks en wat dan ook. Erg amuserend om van boven te zien. Dat leverde ook de prachtig rechte en zonder obstakels in beeld groepsfoto op.
Richting het eindpunt lopende kwamen we nog een slagboom tegen waar we 10 minuten op onze slagboom-borstwaartsom geoefend hebben. Ook kwamen we naast de weg een interessante drukknop met een waarschuwingsbord en een grote slang tegen. Die moesten we natuurlijk ook even inspecteren. Net als de tennisstoel die midden in het bos stond. Je snapt wel dat we door al deze afleidingen als laatste groepje aankwamen bij het eindpunt. Iedereen had al geluncht en was volop bezig shelters te bouwen.
Het groepje van Jan was het fundament van een monstershelter aan het bouwen, en ze nodigden ons 3’en uit om bij hun te komen slapen om het binnen extra warm te maken. Helemaal prima, dus we hebben hun geholpen de shelter af te maken met onze zeilen, takken aan de zijkant en dit alles te bedekken met een goeie laag bladeren. Het resultaat was er zeker naar. We pasten er net aan met 7 personen tegelijk in. Na een lekker couscous diner van Jorgis hebben we de rest van de avond gechillt rond het vuur met verhalen, drank en warme chocolademelk.
De volgende ochtend werden we wakker in de regen, maar de shelter heeft het gehouden. Helaas moesten we het prachtige bouwwerk weer afbreken. Op de terugreis werden de tradities van bedankjes en kapsalonpact in stand gehouden, wat op die manier weer een mooi Slopend weekend afsloot.